GESCHIEDENIS VAN HET ACHTEROM.


De straatnaam het Achterom is ‘helaas’ sinds het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw uit het gemeentelijke straatnamenregister verdwenen. Dat daarmee een stuk belangrijke Apeldoornse historie is verdwenen, heeft blijkbaar destijds niemand gerealiseerd.
Het was aanvankelijk een straatje dat achter de panden aan de Hoofdstraat liep en dat toegang gaf tot een aantal stalhouderijen die destijds aan dit straatje waren gesitueerd. De meeste panden aan de Hoofdstraat tussen Korenstraat en Mariastraat waren tot in de negentiende en een enkele zelfs tot in de twintigste eeuw in gebruik als logement of herberg. Vandaar ook de stalhouderijen op de achtererven.
Aardig daarbij is te vermelden dat bij de aanleg van de achterliggende Korenpassage, in afvalkuilen honderden fragmenten van steengoed als drinkgerei zijn gevonden (herbergen), maar ook een compleet paardenskelet (stalhouderij).
Twee restanten van dit ooit doorlopende straatje zijn nog altijd in hartje centrum aanwezig, als is de verbinding tussen de beide delen vanaf ongeveer de jaren tachtig van de vorige eeuw afgesneden.
Zo had het vroegere warenhuis De Duif (de voormalige Raadhuispassage) dat over het straatje heen gebouwd was, overdag de verplichting de doorloop te garanderen van het ene deel van de straat naar de andere. Grote groene schuifdeuren in de gevels aan beide zijden maakten die doorloop mogelijk. Pas in de jaren tachtig begin negentig van de vorige eeuw zijn die doorgangen dichtgemetseld, iets wat nog altijd te zien is vanuit het deel aan de Mariastraat. Zelfs is er een proces gevoerd voor de rechtbank in Zutphen over de status van de steeg en het recht van overpad. Ondergetekende heeft toen namens een van de partijen en als deskundige vanuit de gemeente als getuige moeten optreden. Het betreft hier een niet beschreven recht van overpad dat terug gaat tot op zijn minst tot de 16e/17e eeuw.
Het bekendste deel van dit historische straatje staat thans in de volksmond bekend als ‘De Bloemensteeg’, een steeg aan de Hoofdstraat vlakbij de Korenstraat. De naam dankt het aan de aanwezige bloemenhandel. Het tweede deel bevindt zich in de Mariastraat, gezien vanaf de Hoofdstraat de eerste steeg aan de rechterhand. Achterin dit deel aan de linkerkant een monumentenpandje dat nog het huisnummer Het Achterom 16 draagt. In de steeg nog de eerste promenadebestrating uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. (weth. Hans Porringa’s voetsporen).
Ook ligt hier nog een uit de jaren dertig van de vorige eeuw daterend riool met de bijbehorende putdeksels. Over wie daar nu voor verantwoordelijk is, bestaan misverstanden tussen gemeente en aanwonenden.
Over de ouderdom van het Achterom bestaat geen archiefgegeven. De oudste aanwijzing voor het bestaan ervan is een kaart uit 1708, vervaardigd door de landmeter Justus van Broeckhuysen, landmeter van het Sticht Utrecht, in opdracht van het Utrechtse kapittel van St. Marie als eigenaar van de gronden in het centrum van Apeldoorn. Een eigendom dat terug gaat tot tenminste 1198. Het kapittel van St. Marie was een van de kerkelijke instellingen rondom de Dom van Utrecht. De kerk van de bisschop als belangrijkste vertegenwoordiger in grote delen van ons land van het keizerlijke rijksgezag gedurende de middeleeuwen. De graven en latere hertogen van Gelre waren aanvankelijk slechts achterleenmannen van de Utrechtse bisschop.
De geschiedenis van de herbergen en logementen in Apeldoorn in deze omgeving gaat dan ook terug tot de middeleeuwen. Uit de diverse bronnen kennen wij hun namen. Namen als: Het Wapen van Gelderland, de Zwarte Arend, De Gouden Leeuw, Het Roode Hert, De Mariaen, De Dubbele Arend, De Swaen, De Prins, De Roode Saar, het Wapen van Deventer, enz. enz.
Omstreeks 1845 bezat Apeldoorn vanuit de doorreisfunctie naar de omliggende steden nog zo’n 45 tapperijen, stalhouderijen, logementen en herbergen.
Die aanwezigheid van vele en goede logiesmogelijkheden in Apeldoorn, maakte dat de plaats tientallen keren werd uitverkozen in de periode van ca. 1450 tot 1550 voor het houden van de Hanzevergaderingen van dit deel van het Keulse kwartier van de Hanze, waartoe behalve de Zuiderzee en IJsselsteden, bijvoorbeeld ook steden als Nijmegen, Kleef en Wesel behoorden. Ook deze steden verschenen herhaaldelijk met afgevaardigden in Apeldoorn om te vergaderen. Maar niet alleen Hanzevergaderingen werden hier gehouden. Ook wamen vergaderingen van het kwartier van Veluwe voor of onderhandelingen tussen de Gelderse hertog en de bisschop van Utrecht. Heren die het nog al eens met elkaar aan de stok hadden.
Vele stukken daarover en de onderwerpen waarvoor men bijeen kwam zijn bewaard gebleven. Apeldoorn heeft er helaas nooit wat mee gedaan.
De vergaderingen zelf vonden meestal plaats in de Oude- of Mariakerk van Apeldoorn die tot 1842/43 gestaan heeft op wat nu het Raadhuisplein is. Soms werd er vergaderd in de herberg De Mariaen, blijkbaar de belangrijkste en grootste herberg ter plaatse in die tijd.
Vergaderd werd er over b.v. zeeroverij op de Oostzee, de tol of het schot te Antwerpen of Londen, de oorlog met de koning van Denemarken etc, internationale kwesties dus.
Bij bijna elke spit met een schop in de grond nabij het Achterom komt wel archeologica naar boven. In een
herberg sneuvelde nog wel eens wat. En Circulus bestond nog niet. Zoals nog lang in Apeldoorn gebruikelijk, werd het afval in kuilen op achtererven gegooid. Tot ca. 1951 was dat in het centrum van Apeldoorn een gebruikelijke wijze van afvalverwerking. Dat weet ik nog uit eigen ervaring toen ik als kind in de Mariastraat woonde.


GALERIE HET ACHTEROM

Het pandje Het Achterom 16 werd in 1909 gebouwd ter vervanging van een ouder pand, oorspronkelijk in gebruik als stalhouderij voor het logement Het Wapen van Gelderland van de familie Hoegen Dijkhof dat was gelegen aan de Hoofdstraat pal tegenover het Raadhuisplein.
Ontwerper van het huidige pandje is de bekende Apeldoornse architect uit die tijd, Andries van Driesum. Deze architect heeft o.a. een aantal zeer monumentale panden in het centrum en in de Parkenbuurt gebouwd. Vrijwel zonder uitzondering tegenwoordig allemaal of gemeentelijk- of rijksmonument.
Door de familie Heins werd hier later een banketbakkerij gevestigd. Deze bakkerij werd in de naoorlogse jaren voortgezet door de heer I.P. Heins.

Een man met interesse voor kunst, van zowel pottenbakkerswerk als van schilderijen, gravures en aquarellen, etc. Zo werd hij als niet kunstenaar deel van de kunstkring ‘De Kern’ in Apeldoorn. Een groep kunstenaars die veelal bijeenkwam in het toenmalige café Bos aan de Nieuwstraat hoek Korenstraat, waar nu de muziekhal is gevestigd. De Kern bestond vooral uit leraren tekenonderwijs aan de diverse Apeldoornse scholen, zoals het gymnasium, de KSG, het Chr. Lyceum en de ambachtsschool. Deze kunstenaars waren o.a. Hugo Polderman, Jan Duyvevetter, Gerard Post Greve, maar ook bekende en minder bekende kunstenaars als: Wim Helder, Will Kalshoven, Henry Kley, Pieter Paul Koster, Henk Persijn etc. maakten deel uit van De Kern. Zo ook de pottenbakkers, vader en zoon Andrée. Door het doen van klusjes, voor deze leraren- en kunstenaars, zoals het maken van schilderijlijsten, etc. verwierf hij als tegenprestatie zelf een tamelijk groot aantal werken van deze mensen.
Na rugklachten moest de heer Heins het banketbakkersvak vaarwel zeggen en kreeg hij een nieuwe baan als eerste beheerder van de Van Reekumgalerij. Zijn directeur werd Ben de Weerd, iemand waarmee hij al daarvoor vriendschappelijke banden onderhield. In die periode werd ook de collectie van de heer Piet Heins behoorlijk uitgebreid.
Na zijn pensionering, besloot hij de in de loop der jaren verworven werken tentoon te stellen in de voormalige bakkerij. Deze werd met behulp van het gehele gezin Heins omgedoopt tot Galerij Het Achterom. Na zijn dood in 1994 werd het museumpje zoals het ook wel werd genoemd voortgezet door moeder Heins. Deze overleed echter in 2008.

Huub Ummels


____________________________________________________________________________________________________________________________

Het Achterom sinds 2010

Het pand "Het Achterom", werd in 2009, samen met een deel van de kunstcollectie, aangekocht door de vereniging Andries van Driesum. Een vereniging die zich inzet voor het in stand houden en beheren van historisch onroerend goed middels aankoop en renovatie van panden die van betekenis zijn voor het cultuurbehoud van de stad Apeldoorn en haar directe omgeving. Het Achterom is door toedoen van 'Andries van Driesum' gerestaureerd en op 1 september 2010 door wethouder Fokko Spoelstra van de gemeente Apeldoorn geopend.
In Proef-Locaal het Achterom worden o.a. activiteiten op cultuurhistorisch gebied betreffende de stad Apeldoorn en de regio gehouden. Streekgebonden karakteristieke aspecten zijn o.a. stadsbier, streekgerechten, voorlichting, stadshistorie, stadswandelingen en andersoortige educatie. Kernwoorden zijn: ontmoeting en inspiratie. De kernwaarden van de stad Apeldoorn en de regio, waaronder water, natuur en duurzaamheid vormen de basis.
In Het Achterom is de enige Apeldoornse stadsbierbrouwerij gevestigd. Het bier met de naam Veluwse Schavuijt is huisdrank van Proef-Locaal Het Achterom.